‘Hoe meer je leert, hoe meer je weet. Hoe meer je weet, hoe meer je vergeet. Dus waarom zou je dan nog leren?’ Het was een gevleugeld gezegde aan het einde van de middelbare school. We wisten immers toch al genoeg? En toch zijn we allemaal blijven leren. Ik ook. Deze week kreeg ik de laatste opdracht terug van een tweejarige specialisatie tot geestelijk begeleider. Geslaagd! Maar weet ik nu ook meer?
Ondanks dat ik al jaren dominee ben, was het een nieuwe wereld die ik binnentrad toen ik deze opleiding begon. De wereld van kloosterlingen, mystici en spirituele schrijvers was zo anders. Veel persoonlijker, veel concreter uit het leven gegrepen, veel urgenter leek het ook wel, over dingen die er echt toe doen in alle gekkigheid van deze wereld. Maar vooral ook: een andere taal, een andere manier van denken. En: een andere manier van kijken naar wat waar is.
Ja, kloosterlingen en mystici zijn ook op zoek naar wat waar is, maar anders dan ik op de universiteit leerde is het ware niet iets dat je wikt en weegt en met argumenten verdedigt tegenover iemand anders. Het ware is iets dat jou – met een oud woord – gewaar wordt. Het ware is iets dat je zoekt, maar dat jou vindt. Je hebt het ware niet. Je moet het steeds weer vinden. Want door alle gekkigheid, drukte en alles wat je afleidt raak je er steeds weer van weg. Deze opleiding ging dus eens niet over wat moet, wat waarheid is, en goed of fout aan mezelf, maar over zoeken en vooral: ontvangen.
Ik vond het in het begin maar vaag. Zeg nou gewoon eens hoe het zit. Geef me gewoon eens woorden. Leg ze me uit. Dan weet ik het. Maar ik kreeg bij elke collegereeks weer een hele bult aan informatie, met een vaag geformuleerde opdracht en nog net niet eronder: succes ermee! O, en ze gaven allerlei beoordelingscriteria mee, zodat ik kon zien waaraan mijn uitwerking van de opdracht moest voldoen. In het klooster zei ik tegen mijn practicumdocente dat ik het maar erg vaag vond allemaal. Ze antwoordde: ‘Neem het met een korreltje zout’.
Sindsdien heb ik kilo’s zout toegevoegd aan mijn opdrachten en daar ook iets van geleerd. Mijn natuurlijke houding was om zoveel mogelijk kennis op te willen doen, te willen begrijpen, zodat ik het daarna kon gebruiken in mijn werk. Maar veel belangrijker bleek hoe alles wat de opleiding mij aandroeg mij vormt. Stel ik de juiste vragen? En sta ik er voor open dat ik het eigenlijk allemaal nog steeds niet weet? De toekomst gaat niet voor je open als je alle antwoorden hebt, maar als je de juiste vragen stelt.
En dus lees ik een beetje beduusd de laatste mail dat ik alles heb afgerond. Ik ben klaar… Maar dat voelt helemaal niet zo. Inderdaad niet als ik naar al die boeken kijken en alles wat ik nog niet snap. Maar ik ben zelf wel stapje verder gekomen. En ik mag mezelf met een korreltje zout nemen. Met mijn wens om te snappen, te weten, en ook om iets te bereiken.
Want dat ik geslaagd was, dat wist ik op een bepaalde manier al. Ik had namelijk ChatGPT mijn eindverslag laten beoordelen op de criteria in kennis, vaardigheden en houding die de opleiding geeft. Op alles scoorde ik goed, uiteraard, en ik kreeg zelfs nog tips waaraan ik kon blijven werken (ik moest mijn grenzen blijven bewaken bijvoorbeeld). Flauwe kul allemaal natuurlijk, maar wel goed voor je zelfvertrouwen. Maar er kwam nog een extra aanbod van ChatGPT: of het een bio voor mijn socials moest maken, een bericht voor LinkedIn, een portfolio, en dat allemaal ook nog eens vertaald in het Engels. En ik zag kopieën van wat ik allemaal op LinkedIn voorbij zie komen van anderen die opleidingen doen, zich verder ontwikkelen in een nieuwe functie, en ik dacht: nee. Als ik iets geleerd heb in deze opleiding dan is het wel ook dit vooral met een hele grote korrel zout te nemen. Dan ben je waarschijnlijk het dichtst bij je ware zelf. En kun je misschien juist de smaakmaker zijn die mensen zoeken bij hun zoektocht.
Otto Grevink is dominee in De Langstraat en verbonden aan Pioniersplek Zin op School. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.
