Geloof je nog in vrede? Elke keer als ik het nieuws lees lijken we enkel rekening te houden met één scenario: dat er oorlog komt, óf dat massale bewapening dat voorkomt. Maar wapens zullen er zijn. Gaan die vrede brengen?

Steeds meer mensen, en vooral jonge mensen, vertellen me dat ze het nieuws mijden. En ik merk ook bij mezelf steeds meer weerzin. Echt vrolijk word je er allemaal niet van. Je zou heel makkelijk kunnen zeggen dat je daarmee je kop in het zand steekt. Er is nu eenmaal veel dreiging. En is het dan angst die ons liever weg doet kijken?

Of zou het om iets gaan dat veel fundamenteler is? Namelijk dat we geen oorlog willen. Dat we geen conflicten willen, maar normaal met elkaar willen omgaan en dat graag ook in de wereld zouden terugzien. Nu kun je zeggen ‘droom lekker verder’, maar dan ga je te snel. Deze mensen staan met beide benen de grond. En ik denk dat ze wel eens de stille meerderheid zouden kunnen vormen in onze samenleving. Mensen die echt wel begrijpen dat we ons leger op orde moeten hebben. Dat we voorbereid moeten zijn op wat meer of minder realistisch zou kunnen zijn. Niet iedereen gelooft in vrede. Maar als die scenario’s de enige mogelijkheid zijn, dan verliezen we het zicht op iets wat veel belangrijker is: vrede.

Want vrede kan nooit een gewapende vrede zijn. Dan wordt vrede slechts een toevallige periode tussen twee oorlogen. Ik geloof dat oorlog abnormaal is, niet vrede. En hoezeer je in de geschiedenis ook kunt laten zien hoe uniek 80 jaar vrede in onze landen is (en even verderop al niet meer), dat betekent niet dat dat niet het doel zou moeten zijn: vrede. Met wapens zijn oorlogen gestopt, soms op de meest gruwelijke manier (denk aan Hiroshima), maar ze hebben nooit vrede gegeven.

We zullen wapens moeten maken om ons te verdedigen, maar om vol bombarie met regeringsleiders een munitiefabriek te openen verraadt dat we daarin onze kracht gaan zien en de enige kans op overleven. Het kan zomaar zijn dat je door bewapening en oorlogstaal voorbij het ‘point of no return’ komt, waarbij je niet meer anders kán denken dan in conflicten en geweld. Dat is heel menselijk. Zo werkt ons brein. Geef ons oorlogstaal en wapens te eten, en er komt oorlog uit.

‘De gelegenheid creëert de dief’ wordt weleens gezegd als mensen iets in hun zak stoppen dat niet van hen is. Zonder intentie om te stelen worden mensen uit hebzucht, of gewoon omdat de kans er is, dieven als ze iets onbeheerd zien liggen. Zo kan de gelegenheid ook de oorlog creëren. Gewoon omdat het kan. Omdat de wapens er zijn. Waarom zou je nog praten als je ook kunt schieten?

Ik wil in vrede blijven geloven. Zonder oogkleppen. Het valt me op dat uit onderzoek blijkt dat juist de jonge generatie het minst ziet in bewapening en een mogelijk conflict. Zou dat misschien eens niet uit luiheid zijn, maar omdat ze helderder dan oudere generaties zien dat het ook anders kan?

En wie zegt ‘succes ermee!’ en dus eigenlijk niet weet hoe je hieraan moet beginnen, zou gewoon klein kunnen starten: vriendelijkheid, geduld, eerlijkheid, dat soort dingen. Ook op school, op het werk, in de straat, in de vereniging, in de raad. In onze kleine samenlevingen zou nog veel aan vrede te winnen zijn. Gewoon door het te doen.