‘O nee, papa, is Loekie dood?’ Dochterlief kwam sneller tot de conclusie waar ik nog omheen wilde draaien. De veren op het terras en in het gras lieten ook weinig anders aan verbeelding over. Een van de kippen was gegrepen door een nachtelijk bezoekend roofdier. Hoe leg je dat uit aan je kind?
De andere kippen waren niet in gevaar geweest, want eerlijk gezegd zat Loekie al in een strafkamp. Er was de afgelopen maanden veel herrie in het kippenhok. De andere kippen waren kaal op verschillende plekken, maar vooral op hun rug. En zelfs een heus kippenzadeltje, eigenlijk bedoeld om de schade van een dekkende haan te beperken, hielp niet. Ook daar kun je omheen pikken.
Die haan had de oplossing moeten zijn voor dit kippenhok. Andere oplossingen werkten ook niet. Zo werd me aangeraden op internet om de pikkende kip twee weken elders onder te brengen. Bij terugkomst zou ze dan weer onderaan in de pikorde moeten beginnen. Die pikorde is eigenlijk een eenmalige kwestie. Als duidelijk is wie als eerste mag eten, en wie daarna en daarna, dan is enkel een pikje nodig ter herinnering. Maar de vriendinnen hoeven elkaar niet kaal te plukken.
Een haan dus. Maar dat heeft z’n nadelen. Niet alleen voor de buurt, maar ik moet er zelf ook niet aan denken. Dus moest de kip op kamers. In afwachting van verhuizing. Een collega had nog wel plek. En anders een buurman met een haan.
Zover kwam het niet. Die ochtend zag ik bij toeval een van de deurtjes open staan. ‘O nee’ zei ik nog. En dat triggerde al de aandacht van dochterlief. Ik merkte dat mijn gedachten razendsnel elkaar opvolgden. Wat was er eigenlijk gebeurd en hoe vertel ik dat mijn dochter? Eigenlijk is dat een onmogelijke combi. Er zijn van die gesprekken die je wilt voorbereiden. Niet om er per se omheen te draaien, maar wel om na te denken over hóe je het zegt.
De dood kent dochterlief inmiddels wel, voor zover ze daar op haar leeftijd een beeld bij heeft. Elke fase in de ontwikkeling van een kind heeft zijn eigen wijze in omgaan met verlies, afscheid en rouw. Opa was een paar jaar geleden overleden en dat had veel indruk gemaakt. En toch konden we daar goed over praten. Met een prentenboek ‘Over de grote rivier’ en het boekje ‘Lieve oma Pluis’, waarvan we een filmpje maakten in een oma- en opaversie. Je vindt ze nog op Youtube bij Zin op School (‘Kinderen en verlies’). Daarmee kun je goed praten over wat dood is en vooral wat het niet is (niet meer wakker worden – want dan durft een kind niet meer te gaan slapen). En wat het idee van een hemel is. Van een reis die iemand alleen moet maken naar de overkant. Daarna leven hier de herinneringen voort.
Nu is de dood van opa anders dan de dood van een kip. Maar hoe vaak we al niet een kaarsje hebben aangestoken voor opa én een eerder gestorven kip; dat is niet erg. Maar nu? Het was mij al snel duidelijk: kip Loekie was opgevreten, of meegenomen en opgevreten. Haar kam lag er nog en een hoop warrige veren. Ik probeerde nog iets dat Loekie ergens anders naartoe was gegaan. Maar de logische vraag ‘Waarheen dan?’ kon ik niet zo snel beantwoorden. Ik besloot de waarheid te zeggen: ‘Loekie is opgegeten door een ander beest.’ Was het barbaars om dat te zeggen? Ik kon er op dat moment niet onderuit. Maar voor mijn dochter viel wel alles op z’n plek wat ze zag: er was niets van Loekie over, ze was er niet meer, en ze was dood. Dat had ze wel door. ‘Nu mis ik Loekie’. Klopt lieverd. ‘En hoe kunnen we haar nou begraven?’ Dat was geen vraag uit interesse, maar een vraag om houvast. Want hoe ga je om met verlies? Door afscheid te nemen en iets te doen.
Ik vond nog een doosje van de Kruitvat webshop, klein genoeg voor wat overblijfselen en vooral veel veren. Ik vond het te ver gaan om haar een tekening te laten maken. Het is zoeken naar balans bij zoiets en goed aanvoelen waar je kind behoefte aan heeft. Maar dit was goed zo. Doosje begraven en klaar. Verdrietig was ze nog even. Maar ze vroeg vooral om veel herhaling van het verhaal. En dat Loekie dan ook in de hemel is, ach waarom niet? Het geeft ook de mogelijkheid om dankbaar te zijn door deze kip. En misschien is dat wel de sleutel om te leren over verlies: dat je dankbaar mag zijn voor wat je gekregen hebt, dat het verlies nu pijn doet, maar dat er herinneringen zijn om te koesteren. In dankbaarheid.
Otto Grevink is dominee in De Langstraat en verbonden aan Pioniersplek Zin op School. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.