‘Ik kan er niet meer naar kijken’, zei ze tegen me. ‘Ik vind het zo erg. In wat voor wereld leven we?’ Ze was niet de eerste die me vertelde dat ze liever het nieuws niet meer zag. ‘En ik weet ook niet goed wat ik ervan kan zeggen, want voor je het weet heb je ruzie.’ De beelden van de oorlogen in Gaza en Oekraïne, de zelfverrijking van machthebbers die de wereld opzwepen met hun retoriek, de vrouwenhaat onder jonge mannen, de natuur die steeds vaker letterlijk in brand staat: in alles lijken we gedwongen te kiezen. Maar hoe kún je kiezen, als je daarin ook tégen anderen kiest? Zo gauw is er ruzie, of weer een nieuw conflict.

Zondag trokken collega’s van me met 100.000 anderen een rode streep door Den Haag. Bij het zien van het geweld in Gaza, en het onthouden van hulp, al tien weken lang, kun je niet meer stil blijven zitten. Maar wat zeg je dan? Voor je het weet ben je pro-Palestina, en zo niet: pro-Israël. Ik voelde me ook lang verlamd, omdat het van beide kanten verschrikkelijk is wat mensen overkomt. En je hebt het recht om jezelf te verdedigen, maar tot hoever? Mijn stem verstomde, merkte ik, ook door het lawaai van al het geweld en alle retoriek, van beide kanten. Tot ik iets belangrijks ontdekte: ik hoef niet te kiezen.

Dat klinkt als een zwaktebod. Maar er schuilt een enorme kracht in. Ik zie schreeuwers voor me, die me dwingen te kiezen tussen twee meningen. Maar waarom zou ik moeten kiezen? Omdat die schreeuwer schreeuwt? Wat is het voor iets idioots eigenlijk dat we ons zo laten opjutten door populisten, maar ook normale politici en door influencers, opiniemakers en talkshowgasten dat we een keuze moeten maken tussen de ene groep mensen en de andere groep mensen?

Natuurlijk, in tijden van oorlog, anti-democratische krachten en een gigantische milieucrisis, zijn er keuzen nodig. Je kunt niet aan de zijlijn blijven staan. Tenminste, als je denkt dat binnen die lijnen het hele speelveld is. Want eigenlijk is de wereld veel breder, veel groter, veel mooier, dan al die schreeuwers ervan maken. In de wereld van oorlogen leven er kinderen, en gewone vrouwen en mannen die niets anders willen dan leven. In een wereld vol testosteron leven zoveel meer mannen, vrouwen en anderen, met verschillende seksuele voorkeuren, die hun leven niet op willen dringen aan anderen, maar gewoon willen leven en in vreugde hun werk willen doen en waardering verdienen. In een wereld vol economische belangen leven bijen en diverse insecten die gewoon hun rol willen spelen in het hele spel van de natuur.

Het feit dat wij hier allemaal leven is voor mij geen toevalligheid. Het betekent voor mij dat iets ervoor gekozen heeft dat wij leven. Iets koos voor ons. We zijn gewild, allemaal. Dat jij gewild ben, dat ik gewild ben, betekent dat ook de ander gewild is. Ook die ander die er anders uitziet, die een andere manier heeft van in het leven staan. Het feit dat iemand anders in het leven staat betekent niet dat ik kan zeggen: jij doet niet meer mee. Dat betekent niet alleen dat wij niet moeten kiezen tegen iemand anders. Het betekent zelfs dat we niet hóeven te kiezen. Er ís voor ons gekozen. Voor jou, voor mij, voor ieder ander. We zijn allemaal gewild. Wie ben ik dan om tégen iemand te kiezen?

Zo probeer ik mezelf niet te laten verleiden om te kiezen. En als ik moet kiezen, dan kies ik voor menselijkheid, gelijkheid, vriendelijkheid, vreugde, hoop en alles wat dat handen en voeten geeft. En als iemand me die keuze kwalijk neemt, dan probeer ik maar te denken: ik kies ook voor jou. Ik hoop dat jij ooit ook voor mij kiest.

Dominee Otto Grevink is predikant voor Kaatsheuvel en de Efteling, Sprang-Capelle en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.